Patiëntveiligheid? Schrijf dat maar op je buik!

Het is niet moeilijk om met een paar kopregels uit (e)media de relevantie van patiëntveiligheid aan te duiden. Een greepje uit de afgelopen weken:

‘Vrouw klaagt MediRisk aan’, ‘Veiligheid niet in geding door Indiaas OK-personeel’, ‘Noodstroom ziekenhuizen steeds vaker problematisch’.

Zo snapt ook iedereen de noodzaak van een goede methode om die veiligheid te bereiken. Maar dan blijken schijnbaar eenvoudige vragen niet makkelijk te beantwoorden: In een ziekenhuis wordt je toch altijd beter gemaakt? Het ziekenhuis is toch verantwoordelijk voor een veilige organisatie? Dokters zijn toch verantwoordelijke professionals?

Dat is allemaal waar, maar wat er precies bedoeld wordt is afhankelijk van wie de vraag stelt en wie hem beantwoordt: zorgontvanger (patiënt), zorgafnemer (verzekeraar), zorgverlener (arts) of zorgaanbieder (instelling). Of een van de overige betrokkenen in dit circus zoals patiëntenverenigingen, beroepskoepels, politieke partijen, inspectie, onderwijs en wetenschap en leveranciers.

Betekent dit dat je patiëntveiligheid dan wel op je buik kunt schrijven? Op zich is dat een goed idee. Eigen regie door de patiënt, onconventionele middelen en het communiceren van de boodschap tussen alle schakels in het zorgproces is precies wat nodig is om missers tot een minimum te beperken.
Overigens zal absolute patiëntveiligheid altijd wel een utopie blijven, simpelweg omdat omstandigheden permanent veranderen en verwachtingen en definities zich daar aan aanpassen.

Maar met een goed (kwaliteits-, veiligheids-) managementsysteem kun je in ieder geval constant samenwerken aan verbetering. Dat doe je door een procesbenadering, met heldere definities en doelen, beschikbaar stellen van middelen, inzet van mensen met hun eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, door meten van uitvoering en uitkomsten, analyse en bijstellen van uitgangspunten. En dan is er nog zat te doen: openbaarheid, uitwisselingsplatformen, …

Maar eerst: iedere zorginstelling een VMS in 2012.